Blog

Prijsstijgingen in de bouw, wie betaalt? [Bouwrecht]

Prijsstijgingen in de bouw, wie betaalt? [Bouwrecht]

23-05-2022

Mede door de coronacrisis zijn de houtprijzen in 2021 hard omhoog gegaan en door de inval van Rusland in Oekraïne zijn de prijzen van hout nog verder gestegen. Ook de prijzen van andere bouwmaterialen stijgen hard. Vaak ontstaat er discussie met de aannemer over de prijsstijging van bouwmaterialen. Wie draagt nu die kosten? Vaak spreken de aannemer en zijn opdrachtgever een vaste prijs af voor een bouwproject. Dit brengt mee dat de aannemer in principe de financiële risico’s draagt. Toch kan de aannemer de prijsstijging van bouwmaterialen soms doorleggen naar de opdrachtgever. Die mogelijkheid kan voortvloeien uit de tekst van de aannemingsovereenkomst of de wet.

Deel dit artikel

Naar het overzicht

Bepalingen in de overeenkomst

Voor het antwoord op de vraag of de aannemer de prijsstijging van bouwmaterialen kan doorleggen aan zijn opdrachtgever, is allereerst van belang wat partijen daarover hebben afgesproken. In aannemingsovereenkomsten zijn vaak algemene voorwaarden van toepassing verklaard. Bijvoorbeeld de Algemene Voorwaarden voor aanneming van werk 2013 (AVA 2013) of de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012). In die algemene voorwaarden is een regeling voor kostenverhogende omstandigheden opgenomen.

Artikel 5 AVA 2013

In artikel 5 AVA 2012 staat dat de aannemer recht heeft op een vergoeding voor de kostenverhogende omstandigheden als:

>             de kostenverhoging na het sluiten van de aannemingsovereenkomst is ontstaan; en

>             aannemer die extra kosten toen nog niet kon voorzien; en

>             de aannemer geen verwijt van de kostenverhogende omstandigheid kan worden gemaakt; en

>             de opdrachtgever schriftelijk op de hoogte is gesteld van de kostenverhoging.   

De AVA 2013 wordt vaak van toepassing verklaard wanneer de aannemer rechtstreeks voor particuliere opdrachtgevers werkt. Dit is de reden waarom artikel 5 AVA 2013 bepaalt dat de aannemer en zijn (particuliere) opdrachtgever zullen overleggen over de vraag in hoeverre het redelijk en billijk is dat de opdrachtgever opdraait voor de kostenverhoging. De ‘redelijkheid en billijkheid’ kan er ook toe leiden dat de kostenverhoging juist (gedeeltelijk) voor rekening van de aannemer blijft.   

Paragraaf 47 UAV 2012

In paragraaf 47 van die UAV 2012 is ook een regeling voor kostenverhogende omstandigheden opgenomen. Uit die bepaling blijkt dat de aannemer de prijsstijging van bouwmaterialen kan doorleggen aan de opdrachtgever als:

>             er sprake is van een aanzienlijke kostenstijging; en

>             die na het sluiten van de aannemingsovereenkomst is ontstaan; en

>             waar de aannemer bij het vaststellen van de aanneemsom geen rekening mee hoefde te houden; en

>            de opdrachtgever schriftelijk op de hoogte is gesteld van de kostenverhoging.   

Uit de uitspraak van het gerechtshof ‘s-Gravenhage blijkt dat er geen duidelijk antwoord is op de vraag wanneer de kostenstijging ‘aanzienlijk’ is. Als vuistregel geldt wel dat sprake is van een aanzienlijke kostenstijging als het totale werk meer dan 5% duurder wordt, maar dat is geen harde norm. Het is daarom verstandig om in de aannemingsovereenkomst te bepalen wanneer er sprake is van een ‘aanzienlijke’ kostenstijging.

Wettelijke regelingen

Als in de overeenkomst of in de algemene voorwaarden niets staat over de prijzen, dan is het in principe niet mogelijk om de kostenstijging door te leggen. Toch staat de aannemer niet altijd met lege handen, in sommige gevallen kan de aannemer namelijk een beroep doen op artikel 7:753 of artikel 6:258 Burgerlijk Wetboek (BW).

Artikel 7:753 BW

De aannemer kan de rechter vragen om de afgesproken (vaste) aanneemsom op grond van artikel 7:753 BW te wijzigen. De rechter wijst dat verzoek alleen toe als de aannemer tijdens het sluiten van de overeenkomst nog geen rekening had hoeven houden met de prijsstijging van bouwmaterialen. Daarnaast moet de aannemer zijn opdrachtgever op tijd hebben gewaarschuwd voor die prijsstijging. De opdrachtgever moet namelijk de kans hebben gehad om extra kosten te voorkomen, bijvoorbeeld door de overeenkomst op te zeggen of het werk te vereenvoudigen. Het is verstandig om de opdrachtgever schriftelijk te waarschuwen zodat je kunt bewijzen dat je aan je verplichtingen hebt voldaan.

Anders dan paragraaf 47 UAV 2012, vereist deze wettelijke bepaling niet de kostenstijging van het project ook ‘aanzienlijk’ is. De toets van artikel 7:753 BW is dus iets soepeler.

Artikel 6:258 BW

De laatste mogelijkheid die de aannemer heeft om de prijsstijging van bouwmaterialen aan zijn opdrachtgever door te leggen, is een beroep op artikel 6:258 BW. Dit artikel kan contractueel niet worden uitgesloten, de aannemer kan daar dus altijd een beroep op doen. De rechter kan de overeenkomst in extreme gevallen aanpassen.

Een beroep op artikel 6:258 BW slaagt alleen als door een onvoorziene omstandigheid niet van de aannemer mag worden verwacht dat hij aan de vaste prijs in de aannemingsovereenkomst wordt gehouden. Aan dat vereiste is niet snel voldaan.

Kan ik de prijsverhogingen aan mijn opdrachtgever doorberekenen?

Het is onzeker of de aannemer op een van de hierboven genoemde gronden de prijsstijging van bouwmaterialen daadwerkelijk kan doorleggen aan zijn opdrachtgever. Het is namelijk altijd de vraag in hoeverre de prijsstijging van bouwmaterialen onvoorzien was omdat die prijzen al een langere tijd een stijgende lijn laten zien. Aan de andere kant kan juist gesteld worden dat de prijzen van bouwmaterialen zo snel zijn gestegen dat de aannemer daar – zelfs in de huidige markt – geen rekening mee hoefde te houden. Per geval zal dus moeten beoordeeld in hoeverre de kostenverhogende omstandigheid wel ‘onvoorzien’ is geweest.

Heb je naar aanleiding van deze blog nog vragen of wil je meer weten over dit onderwerp, dan kun je contact opnemen met ons op het nummer 072-5155544. 

 
Mr. M.A. (Michelle)
Pool
+31 (0)72 515 55 44
+31 (0)72 515 54 93
pool@rensenadvocaten.nl
Meer over Michelle