Tijdelijke voorziening betalingsuitstel covid-19 [Faillissementsrecht] [Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020] [Tijdelijke wet COVID-19 SZW en JenV]
Op 17 december 2020 is de Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020 in werking getreden. Ondernemers die in problemen zijn geraakt als gevolg van de corona pandemie kunnen met een beroep op deze wet de rechtbank verzoeken om faillissementsaanvragen aan te houden en om verhaalsacties van schuldeisers te schorsen.
Inleiding
Op grond van de Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020 kan een ondernemer aan de rechtbank verzoeken om een jegens hem ingediende faillissementsaanvraag aan te houden of om verhaalsacties van schuldeisers te schorsen als hij in liquiditeitsnood is gekomen doordat hij vanwege de beperkende maatregelen in het kader van het corona-virus zijn bedrijfsvoering niet zoals gebruikelijk heeft kunnen voortzetten.
Aanhouding van een faillissementsaanvraag
Op verzoek van de ondernemer van wie het faillissement is aangevraagd, kan de rechtbank de behandeling van een faillissementsverzoek aanhouden gedurende een termijn van ten hoogste twee maanden. Deze termijn kan ten hoogste tweemaal op verzoek van de ondernemer worden verlengd met telkens een termijn van ten hoogste twee maanden.
De ondernemer dient bij zijn verzoek om aanhouding aannemelijk te maken dat hij verkeert in de toestand waarin hij uitsluitend of hoofdzakelijk als gevolg van de uitbraak van het corona-virus zijn onderneming niet zoals gebruikelijk heeft kunnen voortzetten en daardoor tijdelijk niet in staat is om zijn schulden te betalen. Deze toestand wordt in ieder geval vermoed aanwezig te zijn als de ondernemer inzicht geeft in zijn financiële positie en daaruit blijkt dat:
De rechtbank wijst een verzoek om aanhouding toe, als
Als de rechtbank besluit om de behandeling van de faillissementsaanvraag aan te houden, kan de rechtbank – op verzoek van de ondernemer – ook bepalen dat schuldeisers gedurende de aanhoudingstermijn geen verhaal kunnen halen op goederen die tot het vermogen van de ondernemer behoren, ook niet via een beslag.
Op 22 december 2020 en op 7 januari 2021 bogen de rechtbank ’s-Hertogenbosch en de rechtbank Rotterdam zich over de vraag of een beroep op de Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020 zou moeten worden gehonoreerd. In beide gevallen werd het beroep afgewezen, kortweg omdat de schulden al vóór de corona-crisis waren ontstaan.
Schorsing van verhaalsacties
Als het nodig is om zijn onderneming te kunnen voortzetten, kan een ondernemer op basis van de Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020 via een kort geding bewerkstelligen dat executiemaatregelen voor een termijn van twee maanden worden geschorst. Deze termijn kan ten hoogste tweemaal op verzoek van de ondernemer worden verlengd met telkens een termijn van ten hoogste twee maanden. Ook kan de ondernemer op grond van deze wet eenvoudiger opheffing van gelegde beslagen vorderen.
Heeft u een vraag over deze blog of wordt u zelf geconfronteerd met executiemaatregelen of een faillissementsaanvraag? Neem dan gerust contact op met een van onze specialisten op het gebied van faillissementsrecht.